Pinokio

Verslag van 2 Nederlandse vrijwilligers
Mei 2011
Tijdens onze rondreis door Zuid-Amerika hebben we een vijfdaags bezoek gebracht aan kindertehuis Pinokio. We zijn beiden student Technische Bedrijfskunde in Groningen en een oom attendeerde ons vlak voor de reis op het kindertehuis Pinokio. Hij wist ons te vertellen dat Pinokio gerund werd door een Nederlands echtpaar en dat het voor ons leuk zou zijn om er langs te gaan. Na enig contact met Robert en Lucia besloten wij in de week voorafgaand aan Carnaval 2011 bij hen langs te gaan.
Voorafgaand aan het bezoek waren onze verwachtingen van weeshuizen in Brazilië vervallen gebouwen, magere kinderen en een slechte hygiëne. Hiervan blijkt direct bij aankomst niets waar te zijn. Eenmaal aangekomen in "Pinokio’s Paradise" voelen we ons direct thuis in de huiselijke en toch ook Nederlandse sfeer. Tassen uitpakken kan later wel, eerst moet er namelijk een heerlijk bakje Nederlandse koffie gedronken worden met Robert en Lucia.


De kinderen krijgen gevarieerd te eten en het kindertehuis is erg goed onderhouden. Daarnaast wordt van de kinderen geëist dat ze naar school gaan en er wordt een goede, stevige structuur aangebracht in hun dagelijkse bezigheden. Het huishouden is op een Nederlandse manier georganiseerd door het personeel onder de liefdevolle leiding van Maria. Maar ook de kinderen helpen ieder in hun aandeel mee. Wanneer Maria een minuscuul seintje geeft, staat de hele zaal met kinderen op. Iedereen ruimt zijn eigen tafel af, klopt het kleedje buiten uit en brengt de afwas naar een heuse afwaskeuken. Terwijl de dames de afwas doen zijn anderen de eetzaal aan het vegen en weer anderen het brood voor het avondeten aan het bakken. Alles gebeurt vanzelf, met goed tempo en zonder mopperen.
Nadat we tot laat met Robert en Lucia aan de keukentafel gekletst hebben is het de volgende morgen al weer vroeg dag. We gaan vandaag met Lucia mee in de schoolbus om kinderen uit de omliggende dorpjes op te halen. Eenmaal ingestapt in de typische gele Amerikaanse schoolbus beginnen we aan onze eerste kennismaking bij daglicht met de omgeving. Met aan de ene kant het berglandschap en de andere kant de bruisende zee kan menig Spaanse kustplaats jaloers zijn op het schitterende plaatsje Barra do Itabapoana. Met de schoolbus rijden we door het dorpje heen en her en der worden kinderen en leraressen opgepikt of afgezet. Tijdens de rondrit wordt ons al snel duidelijk dat de gemeente waarbinnen Pinokio werkt niet voor niets gerekend wordt tot een van de armste gemeenten van Rio. Voor een aantal mensen die in de dorpjes woont is het gedurende de dag maar de vraag of ze hun kinderen te eten kunnen geven. Misschien komen vandaag een aantal vissers terug, waardoor er kleine afvalvisjes overblijven. Die zijn gemengd met wat meel hun avondmaal voor die dag. Geen planning, geen vooruitzicht en geen toekomst leiden tot geen initiatief. Veel mensen leven helaas onder het motto "het is niets, het wordt niets en het blijft niets".


Het leven van de kinderen op Pinokio heeft iets wat in veel Braziliaanse gezinnen ontbreekt en wat wij ervaren als een gouden zet van Robert en Lucia: Ritme en structuur. Het eten staat altijd op vaste tijden klaar en de schooldag bestaat altijd uit twee vaste shifts: Een voor de jongeren en een voor de ouderen. Om zes uur gaat de wekker en om half zeven vertrekt de bus naar het dorpje. Daarin zitten de oudste kinderen, die niet meer op de School van Pinokio passen. Zij gaan in het dorp naar de "middelbare" school. Deze bus neemt gelijk weer kinderen voor de school mee terug. In de middagpauze gebeurt hetzelfde maar dan omgekeerd. Het is leuk om te zien dat groepjes jonge kinderen enthousiast staan te wachten en dat hun ouders met ze meerennen als ze de bus in de verte zien aankomen.


Eenmaal terug binnen de muren van Pinokio, zijn de oudere kinderen vrij van schoolwerk nadat zij hun huiswerk hebben gemaakt. Er is een aantal uur vrije tijd waarin ze kunnen spelen op het grote erf van het kindertehuis. We worden direct uitgenodigd voor een potje voetbal met de oudste jongens. Ze willen wel eens zien of die Nederlanders echt zo goed kunnen ballen en of het terecht is dat ze van ons de kwartfinale hebben verloren. En dat is zo. De mooiste punten worden natuurlijk gemaakt door de Nederlanders.


Hoe raar het ook klinkt, het dagelijkse gevoel voor ons tijdens ons bezoek aan Pinokio nadert het vakantiegevoel. Door het goed georganiseerde karakter van het kindertehuis loopt alles zo op rolletjes dat we de boel haast zouden verstoren als we zelf even een handje mee zouden helpen in de keuken,bij het afruimen of de afwas. We moeten van Robert en Lucia dan ook lekker blijven zitten en veertig kinderen om ons heen trekken in vijf minuten de gehele eetzaal leeg. Drie tellen later wordt er koffie voor ons gebracht. Onze bijdrage leveren we deze dagen na enig aandringen door het lakken van deuren en kozijnen. Het hout zuigt de lak in razend tempo op, dus het is hard nodig. Enkele kinderen kun je eerst nieuwsgierig zien kijken. Daarna begint de twijfelachtigheid en nog even later hebben we goede hulp erbij. Na enige tijd schilderen liggen de kozijnen er weer glanzend bij en kunnen ze er weer vijf jaar tegenaan. De kinderen komen ondertussen herhaaldelijk hun mooie spullen of grappen aan ons tonen.


De vijf dagen zijn net genoeg om het bezoek aan het weeshuis goed op ons in te laten werken. Wij vonden het een mooie en bijzondere ervaring die we zeker niet hadden willen missen. Temidden van het uiterst arme dorp staat een landhuis wat een levenswerk is geworden van een echtpaar wat veel respect verdient. Hun leven in Nederland hebben ze opgezegd en ze zijn al 15 jaar papa en mama van tientallen kinderen. Hun genoegdoening halen "papai" en "mamãe" uit ieder kind. Wanneer ze ’s avonds voor het slapen gaan een nachtkus krijgen, wanneer ze kunnen lachen om de humor van hun kinderen, zelfs wanneer de kinderen ’s middags aan hun haren hangen en natuurlijk al helemaal wanneer ze weer een kind uit de armoede gered hebben.


Rik en Arthur