Pinokio

Kinderen
2004

Sinds november 2003 is in onze gemeente eindelijk de Raad van de Kinderbe-scherming in functie getreden. Wettelijk had dit al in 1990 moeten gebeuren maar de molens hier draaien een beetje langzaam.... Persoonlijk ben ik heel blij dat deze Raad eindelijk is gaan functioneren want in het verleden werd ik er altijd bijgehaald als er problemen met kinderen wa-ren, problemen echter die nog niet de verantwoording van Pinokio waren. Er ontstonden soms pijnlijk situaties als ik verplicht was de kinderen bij hun ou-ders weg te halen (mishandeling) en mee te nemen naar ons tehuis. Ik werd daarna door de ouders als vijand beschouwd. Nu wordt dat deel van het werk door de Raad gedaan en ben ik niet meer de boosdoener.

Als de ouders het niet eens zijn met de genomen maatregelen, wat meestal zo is, kan ik ze dan met gemak naar de kinderrechter verwijzen en is de verhou-ding tussen "verzorgers van het tehuis" en de ouders vriendschappelijker.

De andere kant van de medaille is echter dat de rechterlijke macht er eindelijk achter is gekomen dat er heel veel miootanden met kinderen in onze gemeente bestaan en wij worden daardoor overstelpt met kinderen die voor een langere of kortere tijd uit huis gehaald moeten worden.. Hadden wij eind vorig jaar 78 kinderen in huis, hun aantal is nu 102. Vier en twintig kinderen er bij hoewel er in de loop van dit jaar vijf van 18 jaar en ouder zijn weggegaan om te trou-wen, terug te gaan naar hun families, hun eigen leven te gaan leiden etc...Deze kinderen hebben wij gelukkig, dankzij uw hulp, goed aan de maatschappij te-rug kunnen geven. Wij zijn van overtuigd dat al deze kinderen goed terecht zullen komen en profijt zullen hebben van de opvoeding die zij hier hebben genoten.

Ook zijn zes kinderen terug gegaan naar hun oorspronkelijke families omdat daar de situatie duidelijk was verbeterd. Ook hebben wij een meisje helaas in een staatsinrichting moeten laten opnemen omdat zij hier duidelijk niet op haar plaats was en ons voor heel veel onoverkomelijke problemen stelde. Totaal zijn dus 12 kinderen weggegaan. Tussendoor hebben wij ook nog een aantal kinderen voor een paar dagen of weken onderdak moeten verschaffen. Wij kunnen dan ook stellen dat er dit jaar veel mutaties zijn geweest. Vorig jaar meldden wij u dat er in de loop der jaren 148 kinderen in ons tehuis zijn geweest. Nu is dit aantal 183. Een verschil van 35 in een jaar tijd.

Waarom nemen wij zoveel kinderen op zult U zich afvragen:

Het antwoord is heel simpel: omdat er bijna geen tehuizen zijn die kinderen - die geen strafbare feiten hebben gepleegd - voor een langere tijd opnemen. De wet zegt hier dat een kindertehuis maar een tijdelijk oplossing mag zijn en dat de kinderen zo snel mogelijk naar hun families terug moeten keren of anders naar een pleeggezin moeten. Op papier is dat ook een heel redelijk streven maar de werkelijkheid is helaas anders. Heel vaak zijn de gezinnen zo ontregeld dat een terugplaatsing onmogelijk is of anders de nodige tijd in beslag neemt. Sommige kinderen zijn wees, ande-ren zijn al door pleeggezinnen groot gebracht en als die kinderen in de moeilij-ke leeftijd komen zijn zij niet meer gewenst. Kinderen uit onze gemeente MOETEN wij opnemen want er is hier geen an-dere tehuis. Deze kinderen zijn ook diegenen die meestal korter blijven Kin-deren die uit andere gemeentes naar ons worden gebracht zijn als regel kinde-ren die voor een langere tijd verzorging nodig hebben. Deze gemeentes heb-ben vaak een tijdelijke opvang met alle karakteristieken van een doorgangshuis: weinig ruimte binnen en buiten, personeel met wisselende diensten en niet zo’n vaste kern zoals bij ons, die met de kinderen samenwoont en als het ware een familie vormt. De kinderen hebben duidelijk behoefte aan zo’n vaste kern van vrienden en stafleden waaraan zij zich kunnen hechten. Als de telefoon gaat en er komt weer een verzoek om en kind op te nemen dat kip noch kraai heeft is het wat mij betreft vrijwel ONMOGELIJK om NEE te zeggen, vooral omdat ik dan weet dat wij echt wel de laatste mogelijk-heid voor zo’n kind zijn. Natuurlijk brengen zoveel kinderen veel meer werk en onkosten met zich mee. Het werk doen wij met alle plezier, de onkosten proberen wij met heel veel re-kenen en puzzelen zo laag mogelijk te houden maar wat ons de meeste moed geeft is de wetenschap dat wij er niet alleen voor staan en dat er veel Neder-landers ons met raad en daad bijstaan. Dat er zoveel kinderen geholpen kun-nen worden is dan ook dankzij uw financiële bijdrage.

De School

Nu onze school volledig onder onze eigen verantwoording draait en met leer-krachten die door ons zijn uitgekozen merken wij pas de enorme leerachter-stand die onze kinderen hadden. Dit jaar is dan ook tot nu toe besteed om die enorme achterstand in te halen. Veel kinderen die al in de tweede klas zitten konden begin van dit school jaar nog niet lezen. De leerkrachten zijn enorm gemotiveerd en doen hun uiterste best maar of alle achterstand ingehaald kan worden is nog de vraag. Wij ver-moeden en verwachten dat een aantal van hen een jaar over zullen moeten doen. Het heeft geen zin de kinderen te bevorderen als zij de materie niet be-heersen. Wat het werk van de leerkrachten ook bemoeilijkt is het feit dat er al-tijd nieuwe kinderen in de klas bij komen.

Eén ding is zeker: alle kinderen gaan vooruit en niet alleen wat de schoolresul-taten aangaat. Ook hun gedrag binnen de klas is verbeterd en zij zijn meer ge-motiveerd om te leren. En dat was uiteindelijk wat wij allemaal voor ogen had-den.

Wij willen alle mensen die ons dit jaar weer hebben geholpen heel hartelijk danken, niet alleen voor het dagelijks onderhoud van de kinderen maar ook voor hun hulp aan onze school. Ik kan u verzekeren dat de kinderen in huize Pinokio heel gelukkig zijn en daarvan hebben we de laatste tijd ook duidelijk bewijzen gekregen. De rechterlijke macht, die ons op geen enkele manier financieel ondersteunt, begint zich zorgen te maken over het aantal kinderen dat bij ons is en heeft geprobeerd de oudere kinderen (6) te bewegen een onzekere toekomst tege-moet te gaan bij verre familieleden die nooit naar hen hebben omgekeken. De-ze familieleden worden min of meer onder druk gezet om hen in huis op te nemen Het antwoord van alle kinderen was heel duidelijk NEE, DANK U. Wij willen niet bij Pinokio weg gaan. Toen de maatschappelijk werkster van de rechtbank hierover door mij werd aangesproken, antwoordde zij mij dat er vele kinderen op de lijst staan om naar Pinokio te moeten komen en dat zij niet eindeloos Pinokio verder konden blijven volstouwen. Ik ben er blij met het antwoord van de jongelui. Zij willen hun studies afma-ken om kans te maken op een betere toekomst, ver van sloppenbuurten en die garantie kan de maatschappelijk werkster hen niet geven. Daarnaast voelen zij zich bij ons veilig en geliefd. Zelf ben ik heel blij met hun houding want als zij nu zouden vertrekken weet ik zeken maar half werk te hebben geleverd want zij zijn inderdaad nog niet volwassen genoeg om het leven aan te kunnen en de eventuele problemen die zich kunnen voordoen bij een familie die hen tegen wil en dank zou moeten opnemen. De jongelui die ons vorig jaar inderdaad op het juiste moment hebben verla-ten, bezoeken ons regelmatig en hierdoor zijn wij er getuige van dat zij geluk-kig en tevreden zijn met hun huidige bestaan. En zo moet het zijn.

Lucia Schulman.