Wij hebbben U al eerder verteld hoe de bouw van dit, zeker voor Braziliaanse begrippen, grote tehuis van start is gegaan. Een start zonder een goede bouwwatervoorziening en, wat nog meer frustreerde, het ontbreken van een elektrische aansluiting voor de bouw, terwijl hoogspanningsdraden langs het bouwterrein liepen.
Het aantal werknemers was inmiddels tot zo'n 35 stuks uitgegroeid. Allemaal lokale krachten, van wie er zegge en schrijven twee de een of andere beroepsopleiding als timmerman genoten hadden. Maar hun enthousiasme was groot en ze waren zeer gelukkig met het feit dat zij waarschijnlijk voor langere tijd werk hadden, wat hun maar zelden overkomt.
Zoals bij iedere bouw is de periode waarin men met de fundatie bezig is niet zo interessant voor de opdrachtgever of de toekomstige bewoners. Het werk dat gebeuren moet, eist wel veel zorg en deskundigheid. Als eenmaal de muren gemetseld worden, kan iedereen zich een beetje voorstellen hoe het later gaat worden. Zo ging het ook bij ons tehuis. Toen de muren werden gemetseld, kwamen er steeds meer bezoekers op het werk. Natuurlijk waren daar ook Lucia Schulman en in haar kielzog de kinderen die al in haar privéhuis in Barra een onderdak gevonden hadden. Hun vreugdekreten waren niet van de lucht. Kreten zo in de geest van "Dit wordt onze kamer, dan kunnen we de zee zien" en "Hier komt mijn bed te staan".
Dat het nog wel een jaartje zou kunnen duren, hebben we ze maar niet verteld. De Braziliaanse metselaars zijn niet gewend om vooraf metselprofielen (rechte vierkante palen) te stellen en hier hun metseldraad op vast te zetten. Hun bazen geven gewoon geen geld uit voor hulpmiddelen want mankracht is goekoper dan hout. Ze stellen eerst een steen op de hoeken en zetten daar hun draad op vast en herhalen dat bij iedere laag. Dit kost tijd en is natuurlijk niet erg precies. Na erg veel overredingskracht zagen zij in dat de Hollandse methode beter en sneller werkt. Vooral de oudere metselaars hadden grote moeite op de voor hen nieuwe methode over te stappen. Maandenlang is men toen bezig geweest om in totaal 550 strekkende meters muur van drie meter hoog te metselen van 'luchtstenen'.
Dit zijn grote holle bouwblokken met meer gat dan steen. Vanaf het begin, er was toen nog niet veel werk voor de timmerlui, liet wij deze mensen zo'n 20 stuks schragen maken van 1,50m tot 2,0 m hoog. Voor mij was dit dus een goede periode om ze te laten maken maar voor de Brazilianen niet te begrijpen dat je je daar druk over maakt. "Als je ze nog niet nodig hebt, is er toch nog geen probleem?"
Het dak Het dak moest een zogenaamd tentdak worden. Twee naar buiten aflopende dakvlakken met de nok in het centrum van het gebouw.Hiervoor waren 40 kapspanten nodig. Kapspanten van elf meter en 3,5 meter hoog met een gewicht van 700 kilo. In de bouw is een gewicht van 700 kilo normaal gesproken niets bijzonders, maar als je niet over een hijskraan beschikt is het een enorm gewicht. Daarom werden deze in Nederland ontworpen en uitgerekende kapspanten zodanig geconstrueerd dat ze beneden op de grond in onderdelen gemaakt konden worden en daarna deel voor deel naar boven gebracht en op de verdiepingsvloer in elkaar gezet. De keuze van het hout voor deze spanten is Masaranduba geworden, de in Brazilië meest gebruikte houtsoort die, naar men zegt, uit aangelegde bossen komt. In Nederland kennen wij dit hout onder de naam 'Paardenvlees' vanwege zijn paarsrode kleur als het hout versgezaagd is. Bij de éérste spant die omhoog ging, ging volgens goed Nederlands gebruik ook de Braziliaanse vlag omhoog. En er was 'pannenbier'. De mannen snapten daar niet veel van: zo maar mogen stoppen met je werk en de baas zorgde dan ook nog voor een biertje! Voor de gehele kap was ongeveer 80M3 hout nodig met een totaal gewicht van 90.000 kilo. Drie enorme vrachtwagens hebben dit hout, dat uit Noord Brazilië moest komen in zes dagen en nachten rijden over onverharde wegen naar ons toe gebracht. Kunt U zich voorstellen dat er wel eens iets misgaat en je zo'n zending weken te laat of soms helemaal niet op het werk krijgt?
De bouw van de watertoren lag vrijwel stil in de maanden dat ik weer in Nederland was. Deels omdat dit vrij moeilijk werk was en de mensen hier er niet mee vertrouwd waren, maar ook omdat wij wilde dat alles direct goed gebeurde. Onze watertoren moest een voorbeeld worden van degelijk bouwen en een bewijs dat er ook met gebrekkige middelen gebouwd kan worden.
"Een projekt is pas een projekt als er een begin en een eind aan zit". Zo was het ook met dit projekt. De mensen voelden aan dat langzaam maar zeker er voor hen een eind zou komen aan de werkzaamheden. Dat lieten ze dan ook duidelijk merken door steeds langzamer te werken. Een menselijke reactie. Om de prestaties wat op te vijzelen, hielp het meestal wel als Lucia de mannen even toesprak. In deze moeilijke periode werd het minimumloon door de regering met tien procent verhoogd. Deze verhoging gold alleen voor mensen met een vast dienstverband. Omdat wij al meer betaalden dan het minimumloon en onze financiële middelen een verhoging niet toelieten, wilden wij deze dan ook niet betalen. Dit had weer een langzaamaan- actie tot gevolg en er werden zelfs bedreigingen geuit. De politie moest in sommige gevallen eraan tepas komen. Een politie- apparaat dat zeker niet bekend staat om zijn weldoordacht en zacht- zinnig optreden. Toen hebben wij ze verteld dat er niet meer geld was en dat degenen die méér wilden verdienen maar elders moesten zoeken naar werk. Uiteindelijk kozen de meesten voor gewoon doorgaan met werken voor hetzelfde geld. Zo was de rust weer terug op de bouw.
Achteraf is zo'n reactie best te begrijpen. Als het enige bezit je twee handen zijn om mee te werken dan moet je je huid natuurlijk zo duur mogelijk verkopen. Degenen die wij het meeste had bijgeschooid, ontpopten zich als de grootste stemmingmakers tegen ons. Ik heb mijzelf in die periode wel eens afgevraagd "Wat doe ik hier nog? laat die Brazilianen het zelf maar uitzoeken." Gelukkig brak na deze mindere periode weer een fijne tijd aan waarin wij met een wat kleinere, maar heel gemotiveerde ploeg het huis en de watertoren bijna 'over de streep heb kunnen trekken'. Helemaal klaar was het nog niet toen ik naar Nederland ging, maar echte problemen zouden zich niet meer kunnen voordoen. Of het zou de drinkwatervoorziening moeten zijn....
Toen ik indertijd met Pinokio en Lucia Schulman in contact kwam, was dat eigenlijk voor een advies over de drinkwatervoorziening. Er moest een eigen waterwinning komen omdat het tehuis gebouwd zou worden buiten het voorzieningsgebied van het plaatselijke waterleidingsbedrijfje (de grond was reeds aangekocht).
Voor een bevolking van 80 kinderen en 20 man personeel met nog wat reserve voor het nabijgelegen gehucht Goerine, waar een twee- klassige basisschool staat, is ZO'n 15M3 water per etmaal nodig. Dat was dus de reden om een watertoren te bouwen met een reservoir van 15M3 op 10 meter hoogte. Informatie leerde ons dat er door het terrein van Pinokio een riviertje stroomt, dat zoet water uit het achtergelegen berggebied afvoert naar de zee. Het terrein zelf zou bestaan uit zandgrond. Wij zouden dan ook een bron slaan en hierin een zandfilter plaatsen. De firma Haitjema schonk ons, om dit mogelijk te maken, een puisboorstelling compleet met toebehoren zoals filters, filterzand e.d. Toen de containers met hun kostbare lading na 16 maanden eindelijk in Barra stonden, zijn we snel met de boorwerkzaamheden begonnen.
Toen bleek dat de grond zeker niet uit zand bestond, maar uit een metersdikke keileemachtige grondsoort die in het geheel niet waterdoorlatend is. Ook was het riviertje geen riviertje maar een soort ven in het laagste gedeelte van het terrein waarvan het water zo zout was dat het ongeschikt was als drinkwater en bovendien bacteriologisch verontreinigd. We besloten toen maar puisboringen te maken. Na 1,5 meter veranderde de grond in klei. Tot vijf meter diep zijn we gekomen, waarna we onze pogingen hebben gestopt omdat er geen beweging in de boorbuis meer te krijgen was. Na veel onderhandelen vonden we een 'boorfirrna' die meende deze klus voor ons te kunnen klaren. Ze zouden met hun gereedschap tot een diepte van 50 meter kunnen komen. Na een halve dag kwamen zij tot 23 meter diepte.
Grondmonsters gaven ons voldoende inzicht over de onderliggende bodem,.. Niet geschikt voor drinkwaterwinning. Na een dag kon de boorfirma weer naar huis teruggaan. Na veel zoeken vonden wij een laag die geschikt zou kunnen zijn voor de aanleg van een zogenaamde horizontale drain. Dat is een filterbuis die niet vertikaal maar horizontaal wordt aangebracht om zo het naar zee afsromende water op te vangen. Omdat mijn drie maanden weer afliepen, zou Rob de klus verder klaren.
Deze manier van waterwinnen vergt veel graafwerk en Rob moest zich met allerlei andere zaken bezig houden. Zodoende heeft hij de aanleg van de waterwinning nog niet ter hand kunnen nemen. Wij wachten dan ook met spanning het bericht af waarin staat dat de waterwinning een feit en een succes is geworden, Goede verwachtingen Al deze tegenslagen hebben er niet toe geleid dat de mensen in Barra die zich het lot van de kinderen hebben aangetrokken, minder gemotiveerd zijn geraakt. Integendeel, het heeft ze alleen maar gesterkt. Ze zijn van mening dat er nog veel moet gebeuren en daar willen ze hard aan werken. Daarbij hopen ze natuurlijk op steun vanuit Nederland.
Jan