Pinokio

Het schoolproject
Maart 1997
Nu ons huis de voltooiing nadert komt automatisch de volgende stap. de kinderen moeten ook naar school. Steeds praten we over Barra de ltabapoana als het dorp waar ons huis staat, eigenlijk moet dat zijn: Guriri, een gehucht van maximaal 10 huizen en... een heuse "school". Ik schrijf dit tussen aanhalingstekens, omdat het in onze ogen meer een hok dan een klas is. Inrichting en verzorging laten te wensen over en het geheel is veel te klein. Het schooltje in Guriri omvat één klaslokaal, kapotte ramen, geen heel schoolbord en roestige tafeltjes. Water is een luxe en voor andere dan lesgebonden activiteiten zijn er geen ruimte en geld.

Als wij volop draaien met Pinokio is de school veel te klein. Vandaar dat wij, ook na overleg met Jan, hebben gezegd: die school moet worden opgeknapt, uitgebreid en gemoderniseerd. Vervolgens moeten er meubeltjes en materialen inkomen. Tenslotte is er in Brazilië geen openbaar kleuteronderwijs en willen wij onze jongsten toch laten genieten van de leuke spullen en activiteiten die ook onze Nederlandse kleuters hebben.

Dat betekent een nieuwe uitdaging: grond aankopen bij de huidige school; het bouwen van twee lokalen en het opknappen van het bestaande gebouw. Daar horen dus ook een watervoorziening, sanitair en een speelgelegenheid bij. Vervolgens gaan we voor de inrichting aan het werk en tenslotte willen we in ons eigen huis een kleuterklas inrichten.

We kiezen hierbij dus heel gericht voor onderwijs in samenhang met het dorp! Onze kinderen gaan naar de dorpsschool, waardoor ze ook sociale contacten op kunnen bouwen en de kleuters uit Guriri kunnen bij ons naar de kleuterklas. Wat kost dat alles? Naar Nederlandse maatstaven kost een klasseinrichting van een kleuterklas f 25.000,-- en van een basisschoolklas f 27.500,--. Dat betekent dat we al rekenen op een investering van ongeveer f 100,000,-- voor inrichting en materialen. De aankoop van grond, de bouw van drie lokalen, het opknappen van het bestaande lokaal en de extra voorzieningen van water en sanitair, alsmede de voorzieningen rondom de school schatten we eveneens op een bedrag van f 100.000,--. Jan heeft met ons over deze cijfers van gedachten gewisseld en denkt dat dit een reeël beeld schetst.

Hoe gaan we dat allemaal financieren? Deels door een beroep te doen op het bedrijfsleven, deels via onze eigen donateurs. Maar voor een belangrijk deel hopen we gebruik te kunnen maken van een regeling bij ontwikkelingssamenwerking. Deze regeling houdt eenvoudig gezegd, in dat wij een bijdrage van 50 % tot een maximum van f 100.000,-- kunnen vragen, mits wij binnen een project van beperkte duur en binnen ons gebied (Nederland) de andere helft bij elkaar kunnen krijgen. Wij hebben al signalen dat wij een substantieel deel van die "andere ton" bij elkaar kunnen krijgen. De aanvraag is weg. De start is op 15 maart gemaakt.