Op 22 juli ben ik naar Brazilië vertrokken met de bedoeling onze stichting ook daar te registreren. Ik was voornemens maximaal 6 weken te blijven, eerst werken voor Pinokio en dan bij mij familie van een kleine vakantie genieten. Het is daar helaas niet zoals in Nederland dat je een notaris opzoekt, je wensen kenbaar maakt en dat hij verder de benodigde papieren in orde maakt. Tot mij schrik bleek dat veel moeilijker te zijn dan ik ooit had gedacht. In Brazilië moet je lettelijk alles zelf doen tot en met het maken van je eigen statuten en vooral zelf uitzoeken wat wel en niet mag of kan. Gelukkig had ik daar al twee vrijwilligers die bereid waren mij te helpen bij het uitzoeken van alles, alleen was het mij beslist niet gelukt. Ook voor hen waren de moeilijkheden om aan inlichtingen te komen een onaangename verassing. Na veel zoeken bij verschillende Ministeries en vruchteloos aan vele deuren te hebben geklopt, hebben wij een begin gevonden bij de 'Legiao Brasileira de Assistencia' (een hulpverlenende instantie van de Regering) die ons de eerste aanwijzingen gaf.
Vanaf dat moment rolden wij van het een in het ander. Al doende kwamen wij erachter dat je geen stichting kan oprichten als je geen vestigingsadres hebt. Dus zijn wij op zoek gegaan naar een geschikte plek om ons huis te bouwen. Wij konden echter geen terrein kopen op naam van Pinokio zolang wij niet officieel in Brazilië waren geregistreerd. Een bankrekening openen bleek ook nog onmogelijk zodat wij er een groot probleem bij hadden. Ik had het gevoel een kat te zijn die achter zijn eigen staart aan rende.
Ik kan er nu om lachen maar op dat moment was ik even radeloos. Dus, alles moest tegelijkertijd gebeuren. Onze zoektocht naar een geschikt terrein begon dicht bij Rio de Janeiro. Al snel kwamen wij tot de conclusie dat grond daar te duur voor ons was. De cirkel werd groter gemaakt en naarmate wij verder gingen werden de prijzen lager. Na veel heen en weer reizen, met het openbaar vervoer hebben wij een fijn plekje gevonden dat ook betaalbaar was. Het terrein is 10 hectare groot, heeft een klein riviertje zodat wij irrigatie op onze groenten- en fruitkweek kunnen toepassen, en is voorzien. van elektriciteit. Het ligt 400 km. boven Rio, aan de kust, bij een klein vissersdorp aan een riviermonding zonder brug, zodat er geen doorgaand verkeer is. Er is een school aanwezig (tot en met de middelbare school), een medische post, een telefoonpost met twee toestellen, een postkantoor, een kerk en enkele cafés. De vrijwel enige broodwinning van de bevolking is de visserij, met visafslag en vrieshuis en een paar minieme winkeltjes waar men de strikt noodzakelijk goederen kan kopen. De hele dorpsgemeenschap is blij met onze komst want zij hopen dat wij enige ontwikkeling en werk naar hun dorpje kunnen brengen. Wij zullen zeker ons best er voor doen om hen niet teleur te stellen.
De bevolking is erg arm, op een tiental families na met gepensioneerde grootouders. Het is zo'n idyllisch dorpje waar de vroegere inwoners graag naar toe terug keren als zij eenmaal gepensioneerd zijn. Het is daar niet gevaarlijk zoals in de grote steden, je kunt, zonder angst, met de ramen open slapen, gedurende de dag kunnen je deuren open blijven, je loopt niet voortdurend het gevaar overvallen te worden op straat, er is haast geen verkeer; enfin het soort leven leiden zoals het eigenlijk overal zou moeten kunnen maar helaas niet zo is in een land als Brazilië. Het is de ideale plaats om kinderen groot te brengen zeker diegene die in de grote stad zijn geboren. Wij hebben de zee en een rivier om in te kunnen zwemmen, veel ruimte om te spelen en naar hartelust te rennen. Hier kunnen zij een ander en gezonder soort leven leren kennen.
Intussen waren de 6 weken al om want ook een terrein kopen is zeer tijdrovend. Je moet zelf nagaan of alle papieren in orde zijn, of alle belastingen zijn betaald en er verder voor zorgen dat aan alle formaliteiten, die verbonden zijn aan het kopen van een onroerend goed, worden verricht. Toen ik eenmaal door had hoe moeizaam alles verliep heb ik dan ook besloten daar zolang te blijven tot dat werkelijk alles rond was. Ik moest er niet aan denken halverwege te moeten stoppen en een volgende keer opnieuw te moeten beginnen. Het was nu of nooit.
Nadat wij de Stichtingspapieren in orde hadden, een bankrekening was geopend en het terrein was gekocht zijn wij op zoek gegaan naar de benodigde vergunningen om ons tehuis te kunnen starten. Daarvoor moesten wij langs de verschillende kinderrechters in diverse steden om onze plannen aan hun voor te leggen. Zij moeten een aanbeveling doen zodat wij onze vergunning konden krijgen. Juist op dit punt had ik verwacht moeilijkheden te zullen ondervinden. Het tegendeel bleek echter gauw. Zodra wij begonnen uit te leggen dat wij jongens en meisjes willen verzorgen, dat onze bedoeling is de kinderen zo jong mogelijk op te nemen en hen te begeleiden tot hun volwassenheid, werd de blijde lach op de gezichten van de kinderrechters steeds groter.
Ik durf niet te beweren dat het soort kindertehuis, zoals wij voor ogen hebben, in Brazilië niet bestaat. Ik ken niet alle tehuizen, maar onze methode is zeer zeker niet gebruikelijk. De meeste bestaande huizen zijn of voor jongens of voor meisjes en dan nog met zeer strikte leeftijds grenzen zoals: van 0 tot 3; van 7 tot 12 of van 13 tot 17 jaar. Als die leeftijdsgrens is bereikt, wordt zo'n kind opnieuw aan de kinderrechter overgedragen en hij moet het maar verder uitzoeken. Een probleem voor de kinderrechter, die niet zoveel mogelijkheden heeft en een drama voor de kinderen die op zo'n manier nooit zeker zijn van hun toekomst en zich geen enkele toekomst droom kunnen veroorloven. De kinderrechters zijn het er ook niet mee eens dat jongens en meisjes apart moeten opgroeien.
Helaas zijn er te veel kinderen die een opvang nodig hebben en te weinig mensen en instellingen met de financiële middelen om dit werk te kunnen doen. Zodra iemand of een instelling zich aanbiedt is de kinderrechter bijna verplicht om aan hun wensen, wat betreft de leeftijds categorie die zij wensen te verzorgen, tegemoet te komen. Al zijn de rechters blij met iedere soort van hulp, zij zien ook in dat deze onzekere toekomst verwachting funest is voor het grootste gedeelte van de kinderen. Zij krijgen zo nooit de kans zich aan iemand of iets te hechten. Het is nog steeds zo dat de staat te weinig geld beschikbaar heeft voor de nodige sociale voorzieningen zodat de arme mensen nog steeds afhankelijk zijn van het particulier initiatief voor alle mogelijke verbeteringen. Wij mogen ook niet vergeten dat het leger van armen enorm is.
Volgens nationale onderzoeken leven in Brazilië tenminste 37 miljoen mensen onder de armoede grens. Alle drie de kinderrechters die wij bezochten, hebben ons dan ook onmiddellijk de aanbeveling gegeven en de toezegging dat zij zeer zeker van onze diensten gebruik zullen maken zodra wij de poorten van ons tehuis hebben geopend. Onze vergunning om te beginnen met de opvang van de kinderen hebben wij zeer snel gekregen. Na bijna 3 maanden kon ik moe, maar zeer voldaan en vol met nieuwe ervaringen, naar Nederland terug komen en U dit alles berichten.
Nu zijn wij echt begonnen en krijgen minimaal 60 kinderen een fatsoenlijk toekomst. Wat twee jaar geleden begon als een droom wordt nu werkelijkheid. Tijdens mijn verblijf in Brazilië heb ik ontelbare keren de bewondering en waardering van vele Brazilianen gehoord over het feit dat er zoveel Nederlanders zijn, die het land en zijn bewoners niet eens kennen, maar toch bereid zijn hun misdeelde kinderen te helpen. Zij waren zeer onder de indruk van Uw solidariteit.
Namens alle leden van ons bestuur, zowel hier als in Brazilië wil ik U danken dat U dit alles mogelijk maakt. Zonder Uw onmisbare hulp waren wij niet zover gekomen. Wij spreken tevens de hoop uit dat U ons ook in de toekomst zult willen blijven helpen deze kinderen een fijn leven te bezorgen. Zodra de ontbrekende fl 70.000,- voor de bouw aanwezig is ben ik voornemens spoorslags weer naar Brazilië te gaan om de daadwerkelijk bouw te begeleiden en ons werk te beginnen. Ik hoop van ganser harte dat de laatste loodjes niet de zwaarste blijken te zijn.
Lucia Schulman.